In een vorige blog kort na de verkiezingen besprak ik de start van de onderhandelingen aan de hand van mijn trainingen. Laat ik dus nu de wedstrijd(en) die gaan komen eens als metafoor nemen, want die gaan voor mij nu echt beginnen. En eerlijk gezegd denk ik dat ook nu pas het echte werk in de raad gaat beginnen, als het gaat om voor je idealen en waarden opkomen.

Het akkoord is namelijk een hoofdlijnenakkoord, zoals dat heet. Er is nog behoorlijk veel ruimte voor de partijen in en buiten de coalitie. Daar is het speelveld dus. Het formatieproces zou je dus kunnen zien als oefenen op het trainingsveld. We weten een beetje in welke opstelling we gaan werken, kennen enigszins elkaars sterke en zwakke punten en hebben een strategie.
De trainingen waren bijzonder interessant voor de deelnemers, maar als buitenstaander, mis je er eigenlijk niet veel aan (ik snap ook niet waarom sportjournalisten zo graag op trainingen zijn, het zijn maar oefeningen: de echte keuzen worden daarna gemaakt, meestal in de wedstrijd zelf). Zo nu en dan was het letterlijk kommaneuken, of discussiëren over afkortingen, bijvoeglijke naamwoorden. Dat werk. En woorden maken uit. Dus het was zinvol, voor de deelnemers dan.

Als je het stuk leest zou je, als je goed leest van elke partij wel een stokpaardje kunnen vinden. Als partij zou je die ook best kunnen claimen. Dat doet alleen geen recht aan de inhoud en de deelnemers en hun proces. Er is bewogen, er is gewogen, er is gespeeld. Wat je leest in het akkoord is de opstelling voor de wedstrijd die onder leiding van twee ervaren coaches, de formateurs, is gemaakt.
De opstelling kun je vrij letterlijk nemen, want in de basis staan principes geformuleerd, over hoe we ons opstellen ten opzichte van de raad en maatschappij. Het is nu afwachten of we in die opstelling de wedstrijd goed kunnen spelen.
In het akkoord is ook het speelveld groter gemaakt, want de burgers en maatschappij in het geheel worden nadrukkelijk betrokken bij de wedstrijd. Het zijn ‘nog maar’ woorden, maar daar zit wel de vrije speelruimte. De ‘politiek’ kan daar bewegen. Bewegen naar de maatschappij door daarmee akkoorden te sluiten: de maatschappij mee laten spelen, ook en vooral buiten verkiezingstijd.

Ik ben erg benieuwd en heb zin om als publiek plaats te nemen op de tribune en dan af en toe wat te roepen vanaf de zijlijn. Mijn trainingstijd is langzaamaan voorbij. Als voorzitter van GroenLinks stop ik op 23 mei. Als medeonderhandelaar heb ik mijn oefeningen gedaan. Ik ga op zoek naar de finish. Fijne wedstrijd!
(Mijn eerstvolgende triathlonrace is trouwens 21 mei.)